Pizza en patsers.
De eerste stop na Cassis is in Bandol. Daar melden we ons bij de capitainerie en zien tot onze verbazing captain Stubing van de ‘Loveboat’ achter de balie staan. Compleet met pailletten op de schouders van zijn witte gesteven overhemd. Deze man neemt zijn werk serieus! We krijgen ook een folder mee met info over deze haven, en bepaalde stukken uit de Engelse vertaling willen we jullie niet onthouden. Daar had de spellingcontrole wel een paar keer overheen gemogen:
‘On an area of 17 hectares, the port has Bandol 1600 places including 160 reserved for vessels passages.’ Juist. ‘Accessible in all weathers, day from nuit. The harbour master of the port of Bandol is open 24/24 and 7 days/ 7.’ Arme man! ‘Comfortable, pleasant and lively between Wednesday and vines.’ Wednesday and vines blijkt de vrije vertaling van‘entre mer et vignes’te zijn. Typisch geval van I speak English very well, aber nicht so schnell maar dat komt nog wel.
Anyway, maandag is een goede dag. We leggen 43 NM af naar Cavalaire-sur-Mer, 5.4 knopen gemiddeld. Ook de volgende dag verloopt uitstekend en we komen ’s avonds aan in Mandelieu la Napoule waar we de tank weer ‘ns vol willen gooien. We kunnen de boot gratis aan de brandstof steiger aanleggen als we maar om 08:00 weer weg zijn.
Wo 8/10
Vandaag richting Monaco. Het zicht is niet erg goed, omdat het nog zo vroeg is hangt er een nevel over het water.
We passeren Ile Ste-Marguerite: hier werd in de 17e eeuw in het fort op het eiland de ‘Man in the Iron Mask’ gevangen gehouden. Er liggen ook een paar Hollandse zeiljachten bij het eiland voor anker, formaat slagschip. Aan de hoeveelheid zeil- en motorjachten van gemiddeld 25 meter lengte te oordelen kan Monaco nooit ver weg zijn! Via Cap d’Antibes/Juan le Pins varen we naar Beaulieu. We hebben 45 NM afgelegd en willen eigenlijk in een haven aanleggen.
Het ligt hier vol tupperware, en zeker 80 % vaart onder Engelse vlag. Er is geen meter ruimte meer, dus dan maar naar de volgende haven: Port de Cap d’Ail. Hier staat een uitsmijter formaat XXL op de kade en roept meteen dat er geen plek meer is. Dit is wel te verwachten aan de Cote d’Azur natuurlijk, maar ook de kleine en goedkope havens barsten uit hun voegen. We hadden gedacht dat in oktober de ergste drukte wel over zou zijn, maar het stikt van de Engelsen en de rest van de plaatsen wordt ingenomen door lokale boten die men hier laat liggen tijdens het winterseizoen. Uiteindelijk lukt het in Menton-Garavan, een plaats tegen de Italiaanse grens.
We hebben inmiddels nogal honger maar het gas blijkt op te zijn. Geen paniek. Barbeque geïnstalleerd en in het donker met een headlight op koken heeft ook z’n charme!
Als we uitgegeten zijn is Nick nergens te bekennen. Als WJ uiteindelijk op de kade staat en een paar keer roept, komt meneer aanrennen vanaf de bouwplaats aan de overkant. Zo te zien heeft hij hier al een paar uur rondgescharreld en vond hij het hoog tijd worden dat we hem kwamen halen (hij kan er via het anker wel afspringen maar erop is een ander verhaal…) Dagen later vinden we nog blaadjes en stukjes cement in z’n vacht.
We blijven een dag in Menton, waar een groot deel van de bevolking uit senioren bestaat. Het tempo ligt hier ook erg laag maar ik kan me een slechtere plaats bedenken om je oude dag te slijten. Hier hebben ze een senioren-tafeltennisclub, senioren modelbouw-club, senioren pleziervissers-club, dit alles met uitzicht op zee. Joepie!
Vrijdag 10/10.
We zijn in Italie!
Het waait alleen al dagen bijna niet, dus op een paar uur zeilen na varen we in twee dagen op de motor via Aregai naar Loano. Zondag steken we de Golfo di Genoa over. Een afstand van 51.6 NM met wind en stroming tegen. In de haven van Lavagna staat ineens Luciano op de steiger die erg geinteresseerd is in de windgenerator en van alles wil weten over de boot. De volgende morgen krijgen we zijn email adres en zwaait hij ons uit.
Langs deze kust ligt het Cinque Terre Marine reserve. Prachtige dorpjes die op de steile rotswanden gebouwd zijn, en een paar mooie baaien waar we hadden willen ankeren maar goh, wat een verrassing, alles ligt tjokvol. Italie is de afgelopen jaren blijkbaar nogal ‘botengek’geworden en de bestaande havens zijn echt niet berekend op deze aantallen. Er wordt druk bijgebouwd maar dat zijn projekten van 2-3 jaar ... De meeste passantenplaatsen worden nu gebruikt als overwinter plek. In de buurt van La Spezia doen we Porto Lotti aan. Daar mogen we voor slechts 84,- euro wel een nachtje doorbrengen! Dacht het niet….iets verderop ligt de Bocca di Magra: in deze rivier liggen aan weerszijden moorings en kan je gratis liggen. Die kans laat je als Nederlander toch niet liggen;-) Na enig zoekwerk vinden we een vrije plek.
Dinsdag 14/10 is wederom een windstille dag. Door al dat motoren moeten we dringend tanken en besluiten om naar Viareggio te gaan waar ze een brandstof steiger hebben. We weten dat er een zandplaat voor de ingang ligt maar het zou er toch 2 meter diep moeten zijn. Not. We lopen vast en krijgen de boot onder veel belangstelling gelukkig met een flinke dot gas weer los. Eenmaal binnen is het 12:30 en moeten we wachten tot 14:30 tot er iemand bij de pomp aanwezig is. Aan afleiding geen gebrek: Deze haven is de plek waar de boatyards van Benetti en Lusben liggen, die een aantal van de grootste en meest luxe jachten ter wereld opleveren. Aan de overkant liggen 4 exemplaren te glinsteren in de zon. Op een ervan, die alweer een Engelse eigenaar heeft, zijn een aantal monteurs en crew aan het werk. De Beaver II verbleekt slechts een klein beetje naast die 35 meter hoogglans van de buurman. Het wordt half drie, maar dit is Italie dus uiteindelijk komt er om half vier een medewerker aansjokken. Ook in deze haven hebben ze geen ligplaats maar omdat een deel van de brandstofpompen buiten werking is mogen we uiteindelijk daarnaast aanleggen. Tegen het vallen van de avond wordt elk stukje steiger bezet door oude baasjes met een hengel. Hier gaan de hanggroep ouderen niet naar het winkelcentrum, hier gaan ze vissen. Ook pal naast ons zitten 2 ouden van dagen op stoeltjes en kletsen in rap Italiaans de hele nacht door. Als WJ de volgende ochtend de kuip in stapt is onze hengel weg. Die onschuldig ogende opa met orthopedisch verantwoord schoeisel had blijkbaar ook losse handjes. Daar word ik echt vals van, mafiosi!
Wo15/10
Viareggio –Cala de’ Medici 32 NM, windkr 2. 5.1 knp gemiddeld.
Cala de’Medici zou Wifi en een wasserette moeten hebben. Aan beide faciliteiten is dringend behoefte inmiddels, en bovendien is het een mooi stadje dus blijven we hier een paar dagen.
Het havenpersoneel hier scheurt met veel geweld op rubberboten heen en weer, gekleed in strakke shirtjes en natuurlijk de iets te grote zonnebril. Zelfs bij grote snelheid blijft hun kapsel in model. Tijdens het schoonmaken van de inmiddels zwarte fenders glij ik achter op de boot uit over een klodder schuim. Ik kan kiezen tussen twee gekneusde scheenbenen of mezelf afzetten en de plomp in. Dat laatste dan maar, slap van de lach klim ik weer aan boord en ik hoor maar een paar mensen lachen dus de emotionele schade valt mee.
Wifi is ook hier helaas niet beschikbaar op het moment, maar voorzien van schone onderboxums gaan we naar de plaatselijke bar waar de eigenaar een laptop heeft staan waar we voor weinig geld op kunnen werken.
De afgelopen week hebben we, bij gebrek aan gas, op waxinelichtjes ‘gekookt’ of pizza gehaald. Wij gebruiken propaan, en hier zijn alleen maar butaan/campinggas flessen te krijgen. Uiteindelijk met een nieuwe koppeling hebben we een butaangas fles aangesloten en is de lauwe oploskoffie weer verleden tijd.