Le Havre, 24 aug tot 30 aug.
De passanten plekken in de haven zijn nagenoeg leeg. De boten die er nog binnen komen gaan de volgende ochtend naar het noorden. Wij moeten richting het westen en hebben de wind al dagen precies tegen, en door het slechte weer staan er behoorlijke golven. Op de 25e proberen we toch te vertrekken maar na 2 uur ploeteren besluiten we terug te keren en het nog even af te wachten.
Poging nummer twee doen we op de 27e. Het zou met windkracht 4 goed te doen moeten zijn, maar Le Havre ligt in een soort kom, en de golven bouwen daardoor enorm op. Na tijden op en neer gesmakt te worden zijn we er flauw van en draaien we maar weer om. Dan maar de teakhouten delen van nieuwe kitnaden voorzien…
Op zaterdag is het eindelijk zover: met de wind in de rug kunnen we gelukkig op weg naar St Vaast; 60 NM. We schrikken ons kapot als ook nog na een uur de zon doorbreekt! Het zal toch niet waar zijn? Zelfs de fles zonnebrand kan afgestoft worden. In de hoop onze duo-.penotti-look(twee kleuren in een pottie, wit en bruin…) te verhelpen zitten we schaars gekleed in de kuip. We komen toch al tijden bijna niemand meer tegen op het water dus wat maakt het uit. En dan valt de wind weg…de zeilen hangen er zielig bij en na het even aangezien te hebben gaan we maar op de motor verder. Wel jammer want met deze afstand is dat ruim 8 uur motoren…
Terwijl WJ languit ligt te slapen, let ik samen met B.O.S. (Bewust Onbeschonken Stuurman ofwel stuurautomaat) op de koers en eventuele tegenliggers. Als ik verveeld wat voor me uit zing, zie ik ineens in de verte iets drijven. Ik kijk precies tegen de zon in en kan met geen mogelijkheid onderscheiden wat ons tegemoet komt. Dan krijg ik de schrik van m’n leven: ik zie een hoofd, en een wit opgezwollen lijf dat met de voeten vooruit op de golven onze kant opdrijft. Een lijk! Net op het moment dat ik WJ wakker wil maken en me voorbereid om met de pikhaak de ‘vangst’ binnen te halen kan ik deze eens goed bekijken; et voila: het is een opblaaspop! Met vragende ogen drijft ze ins blaue hinein, en laat waarschijnlijk een eenzame schipper achter…
Tegen het einde van de dag lukt het nog even op zeil verder te varen. Dan liggen we voor de haveningang van St Vaast. Dit is een getijden haven en de haven is pas vanaf 2 uur voor hoogwater toegankelijk. Het is een prachtige avond. De zon gaat langzaam onder en om 21:00 varen we de haven in. Na Le Havre is dit echt een verademing. Op de kade speelt een bluesband in het cafe, het ziet er allemaal supergezellig uit. Maar bij het zien van de weersvoorspelling laten we ons plan om hier een dag te blijven toch maar varen. Het weer wordt de komende dagen steeds slechter en we willen echt zo snel mogelijk door naar Cherbourg.
De volgende ochtend verlaten we St Vaast om 10:15. Het is 29 NM naar Cherbourg.
Na wat gedobber hebben we een windje 4/5 bft schuin van achteren. Omdat we de stroming en het tij mee hebben halen we op een gegeven moment echt een topsnelheid voor de Beaver 2 van 11.4 knopen. Da’s meer dan 20 km/u. Komt het vaarbewijs toch nog van pas ;-)
Als we Pointe de Barfleur naderen slaat het mooie weer echter ineens om. Windkracht 7 en de golven zijn binnen 20 minuten 2 mtr hoog. Binnen 5 minuten zijn we drijfnat. De boot maakt enorme klappers en we voelen ons behoorlijk misselijk. We kunnen ons ook niet met de golven mee laten drijven want dan gaan we weer precies de verkeerde kant op! Ploeteren dan maar, bij een windsnelheid van 26 knopen halen we de zeilen naar beneden en varen de laatste 10 mijl op de motor. Met 27 tot 32 knopen win worstelen ons de haven van Cherbourg binnen. Doordat we de fok in alle haast moesten oprollen is dit niet goed gegaan en flappert er nog een stuk zeil. Nog steeds in zomerstemming na gisteren loop ik in een kort rokje met m’n bootlaarzen naar voren om dit snel te verhelpen. De bemanning van een vissersboot in de haven, drie man en twee tanden, zwaait me erg enthousiast toe maar ik ben echt niet in de stemming!
Bij aankomst verlos ik Nick uit de kajuit. Het arme dier is zeeziek en door alle klappen die de boot heeft gemaakt van links naar rechts door de kajuit geslingerd.
Onze ‘buren’ komen uit Noorwegen. Op een Beneteau First 31.7(9.40 mtr) zitten ze met 2 kleine kinderen en een baby, onderweg naar de Canarische Weilanden. Voor hen is het ook afwachten. De rest van de ligplaatsen wordt bezet door wat wij noemen ’de Engelse tupperware-vloot’. Grote motorjachten, velen onbemand omdat door een stormwaarschuwing bij Zuid-Engeland de eigenaars met de ferry terug naar huis (en werk) gaan, om dan bij goed weer terug te komen om de boot over te varen.